Langs de boulevard, onder het oppervlak
La Herradura. Geen plek waar je standaard een verrekijker mee naartoe neemt. Maar dat is veranderd sinds december 2023.
We stonden bij Marina del Este, het water spiegelglad, en ineens zagen we ze: drie walvissen. Geen droom, geen vage vlek. Duidelijk. Groot. En vlakbij. Ze trokken langzaam voorbij, net onder de oppervlakte — als een geheim dat de zee even met ons wilde delen. Geen dronebeelden, geen tours, geen verwachting. We wisten niet eens dat het kon.
Sindsdien zien we ze elk jaar. En dit jaar al drie keer. De laatste keer: 18 april. In de baai. Een ochtend als alle andere, behalve dat er ineens een gigantisch lijf door het water gleed. Het blijft een vreemd contrast: een vissersbootje dobbert, iemand pakt z’n snorkel… en daar, op nog geen 300 meter, zwemt het op één na grootste dier ter wereld.
In de buurt van Gibraltar kun je op walvisexcursie. Daar zijn ze gewend. Hier niet. Maar de onderwaterwereld van La Herradura blijkt onweerstaanbaar — voor dolfijnen, maanvissen, en inmiddels ook voor de rorcual común, de gewone vinvis. Niet dat er iets gewoons is aan een dier van 27 meter lang, 70 ton zwaar.
Volgens biologen ligt het aan het krill. Aan het plankton. Aan regen, temperatuur, klimaat. Maar misschien ook gewoon: aan rust. Hier geen jetski’s in het laagseizoen. Geen ferry’s. Alleen het ritme van de zee.
Je hoeft geen geluk te hebben. Alleen een beetje aandacht. Ze verschijnen als het water stil is, meestal ’s ochtends of tegen zonsondergang. Soms zwemmen ze langs de Punta de la Mona. Soms steken ze door richting Maro. En altijd is het stil. Zelfs de vogels lijken dan even hun snavel te houden.
Dolfijnen zien we bijna wekelijks. Maar dit? Dit blijft zeldzaam. En misschien is dat maar goed ook.
Want sommige dingen zijn mooier als je ze niet plant. Alleen maar ziet — en nooit meer vergeet.