Granada is zo’n stad waar je niet zomaar doorheen loopt – je wordt erin gezogen. De smalle straatjes van de Albaicín kronkelen omhoog langs witgekalkte huisjes, terwijl op elke hoek een andere geur je neus bereikt: versgebakken brood, jasmijn, munt. En dan, plots, sta je oog in oog met het Alhambra – dat majestueuze Moors paleis waar elk tegelwerk een verhaal lijkt te vertellen. Maar Granada is meer dan erfgoed: het is een stad waar studenten op terrasjes muziek maken, waar flamenco diep uit de grotten van Sacromonte klinkt, en waar geschiedenis en levendigheid hand in hand gaan.
Of je nu komt voor de kunst, de architectuur of de tapas die je gratis bij je drankje krijgt – Granada verleidt je moeiteloos. Begin je dag vroeg bij de Alhambra (reserveren sterk aanbevolen), wandel daarna richting Mirador de San Nicolás voor uitzicht waar je stil van wordt, en lunch in de levendige binnenstad rond Plaza Nueva. Neem daarna de tijd voor een theetje in een Arabisch theehuis, duik een kathedraal in, of ga juist omhoog richting Sacromonte. De stad is goed bereikbaar, met parkeergarages in en rond het centrum, al is de stad het mooist te voet. Trek gerust een hele dag uit – en dan wil je waarschijnlijk morgen terug.
Parkeren
Parkeergarages aanwezig in het centrum
Blauwe zones = betaald parkeren
Afstand
– Vanaf Almuñécar (Costa Tropical): ± 80 km
– Vanaf Nerja (Costa del Sol): ± 100 km
Dutch 
English